Punt.


Punt.
Over communiceren met je paard.

Eerder gepubliceerd op de website van ROS-magazine in mei 2015.


"Ho. Punt. Niet: Ho?Vraagteken. Ook geen: Ho! Uitroepteken. Gewoon: Ho. Punt." Ik voel me allesbehalve comfortabel. Zou het liefst weg willen lopen. Weet dat dat het laatste is wat ik moet doen. Maar... het is lang geleden dat ik zo met mezelf ben geconfronteerd.

Als ik in de zomermaanden vlak na elkaar twee keer hard van mijn paard ga, weet ik dat er iets moet gebeuren. Ik bouw spanning op in de vrees van 'wat als?'. En paardrijden was toch juist ontspannen..? 

Dus spreek ik een les af bij het instructeurskoppel van Bernette. Als ik met Grýla aan kom lopen vanaf de trailer is het eerste wat hij zegt: "Zet je pony maar even op stal. We gaan eerst eens even praten." Als Bernette de hoek om komt met zadel en toebehoren, kijkt ze verbaasd als Grýla niet op de poetsplaats staat. "Eerst praten", sein ik door. En zo zitten we even later met z'n vieren aan de koffie. Boodschap aan Bernette is snel helder. “Mams is geen verlengstuk van je eigen trainingen. Rijd jij straks maar een van onze paarden onder zijn begeleiding; ik ga met je moeder aan de slag."
  
Grýla op stal bij de instructeurs


Dat aan de slag begint met "Loop maar eens een rondje door de bak. Zet haar maar eens stil." Daar zit de gevoelige plek. Hoe communiceer je? Hoe consequent ben je? Waar liggen je grenzen en hoe geef je die aan? Ik ben een pleaser. Heb een groot bereik als het gaat om 'ach laat ook maar'. Mijn paard kan daar niets mee. Vult het gewenste naar eigen inzicht in. Dat is niet altijd hetgeen ik eigenlijk wil.
En dus... moet het anders! Zo zijn er de verschillen in 'ho' en is er een verschil in een zetje, een resolute duw of een tik.

Eenmaal op Grýla gaat het niet anders. "Wil jij dressuurwedstrijden gaan rijden? Nee? Dan gaan we jou eerst eens in een voor jou comfortabele houding zetten." Al die opmerkingen worden kort en helder gesteld. Waarbij ze me elke keer recht aankijkt om aan te geven 'vertrouw me maar; ik heb het beste met je voor'. Na driekwartier ben ik mentaal volledig uitgewoond. Weet ik waarmee ik aan de slag moet. En... voel ik dat er een noodzakelijke ommekeer heeft plaatsgevonden.


Met Grýla aan de slag


Thuis ga ik volop aan de wandel. Paard aan de lijn als een van de honden. De eerste ronde buiten is een ware uitdaging. Grýla reageert verrast op mijn veranderde gedrag en daagt mij keer op keer uit waar te maken waaraan ik begonnen ben. In mijn hoofd hamert het 'niet toegeven nu; consequent zijn; je kunt het!'. Op het moment dat het besef bij Grýla doordringt dat het mij menens is, geeft ze zich er volledig aan over. De vele kilometers die ik daarna met haar lopend maak, zijn een ontspannen verademing. Zo. Punt.

Reacties