Kinderboerderij



"Wij hebben een kinderboerderij!", schreef Oudste op een vragenlijst van school.
Hoe ik mijn angst voor dieren overwon en onze kinderboerderij zich steeds verder uitbreidde.

Eerder gepubliceerd op de website van ROS-magazine in september 2013.


“Wij hebben een Kinderboerderij!”, schreef Bernette op een vragenlijst van school bij ‘Heb je huisdieren en zo ja, welke?’.

Als iemand mij in mijn jeugd gezegd zou hebben dat ik later honden, katten, ratten, gerbils, cavia’s, hamsters en zelfs paarden zou hebben, zou ik die persoon per direct voor volslagen krankjorum hebben versleten. Dieren waren mooi en imposant en net als veel kinderen droomde ik van Lassie, Rex en Black Beauty. En natuurlijk, als groot fan van Arendsoog en Witte Veder, van Lightfeet, die aan de meest subtiele fluitsignalen van zijn ruiter gehoorzaamde. In de dagelijkse praktijk echter vormde alles op meer dan twee benen een regelrechte nachtmerrie. Mijden! Het bracht me met regelmaat in problemen. Ik ging echt geen briefje doen in een brievenbus met achter die deur een waakse herdershond. Of boodschappen halen terwijl die Dobermann pincher in het park werd uitgelaten.

Op mijn 29ste werkte ik een tijdje in Canada en ging ik weer op kamers. Tot mijn eigen grote verbijstering bij een gezin met twee honden. Daar leerde ik in no-time dat een hond geen bijtmachine is, maar een fantastisch gezelschapsdier. Bij terugkomst in Nederland hadden we al snel onze eerste eigen hond, een Border Terriër puppy.

Onze beide dochters, Bernette en Jeanelle, die met huisdieren opgroeiden, kenden geen angst; ook niet voor dat dier dat nog altijd synoniem was met trappen, bokken, en op hol slaan: het PAARD. Zij genoten bij vriendinnetjes thuis van het vertroetelen en later het berijden ervan. Dat werd opnieuw een keer slikken. Doorpakken of voor altijd als een schijtluis langs de bakrand. Op mijn 45ste stapte ik voor het eerst op een paard. De eer was aan de bomproof verzorg-IJslander van Bernette. Wat een sensatie! Niet veel later begon ik met lessen op de manege. Om een paar jaar later met de zeer ervaren Bernette een eigen IJslander aan te schaffen met een miniShetje als gezelschapspaardje.

Recent bracht Jeanelle een vriendinnetje mee. De hele Kinderboerderij moest achter slot en grendel. Panisch was ze! Ik zie nog haar ogen vol ongeloof toen ik zei dat ik ooit net zo was als zij. Met onze kater goed gefixeerd op mijn arm zei ik: “Voel maar eens hoe zacht hij is”. Op een zo groot mogelijke afstand kwam er toch één uitgestoken vinger om hem heel eventjes aan te raken. Ik droom voor haar dat zij ooit mag ervaren hoe het is om een trouwe viervoeter aan je voeten te hebben of een kat die al spinnend op je schoot ondoorgrondelijk naar je ligt te kijken. En misschien wel het meest ultieme: mag ervaren hoe je intens kunt genieten van een buitenrit te paard.

Ik kan het iedereen aanraden.. zo’n Kinderboerderij!


Marja met Grýla op buitenrit



 

Reacties